Gitzwart zijn de stranden bij Vík. Het zand bestaat namelijk uit vulkanisch gesteente. Minstens zo indrukwekkend zijn de grillige rotspartijen die in zee liggen. En dat trekt niet alleen toeristen aan. Ook de papegaaiduikers (puffins) zijn vaak te vinden bij de zwarte stranden van Vík.
Hoe kom je bij de zwarte stranden?
Vík is het zuidelijkste dorp van IJsland. Vanuit de hoofdstad Reykjavik rijd je er in ongeveer 2,5 uur naartoe. Het dorp zelf stelt weinig voor en telt maar zo’n 300 inwoners. De stranden zijn daarentegen zéér indrukwekkend.
De meeste toeristen navigeren naar Reynisfjara Beach. Daar vind je een gratis parkeerplaats dichtbij het strand en een eenvoudig restaurant. Je kunt hier over het strand lopen en goed de bijzondere rotswanden bekijken.
Een andere populaire plek om de zwarte stranden zien, is Dyrhólaey. Dat is ongeveer 20 minuten rijden vanaf Reynisfjara Beach of het dorp Vík, maar zeker een bezoekje waard.
Dyrhólaey is namelijk een schiereiland en iets hoger gelegen. Daardoor heb je prachtig uitzicht over de langgerekte zwarte stranden. Bovendien zijn hier regelmatig papegaaiduikers (ook wel puffins genoemd) te vinden. Al moet je behoorlijk wat geluk hebben om deze bijzondere vogels te zien.
De papegaaiduikers zetten in april voet aan wal om eieren te leggen. Je ziet ze vooral vroeg in de ochtend of laat in de avond, want overdag zitten ze in het water. Eind augustus vertrekken de vogels weer met hun jongen.
Je kunt het zwarte strand ten slotte ook bereiken via het dorp Vík (navigatie). Het uitzicht is misschien iets minder indrukwekkend, maar het zand is er even zwart. Bovendien kom je hier een stuk minder toeristen tegen.
Versteende trollen
De stranden rondom Vík bestaan uit basalt: een vulkanisch gesteende dat gevormd wordt door de stolling van lava. Dat verklaart de gitzwarte kleur.
Ook de opvallende rotspartijen in zee bestaan uit basalt. Volgens een oude legende zijn het de resten van een groot schip. Dat zou door trollen uit de zee zijn getrokken. Toen zij verrast werden door het zonlicht versteenden de trollen – samen met het schip.
Wij hebben dit verhaal helaas niet kunnen factchecken. Desondanks blijft het een fotogeniek beeld.
Gevaarlijke golven
Zodra je het zwarte strand betreedt, word je met borden gewaarschuwd voor de gevaarlijke golven. Die kunnen onverwachts heel dichtbij komen. De kans is dus groot dat je meerdere toeristen met een natte broek ziet vertrekken.
Dat klinkt als komisch leedvermaak, maar is eigenlijk een serieus gevaar. De afgelopen jaren zijn hier namelijk meerdere toeristen de zee in gesleurd en verdronken. Doe dus voorzichtig!
Bezienswaardigheden in de buurt
Vanaf Reykjavik is het ongeveer 2,5 uur rijden naar de zwarte stranden bij Vík. Wij raden je aan om een auto te huren. Je komt onderweg namelijk veel meer mooie plekken tegen. Zoals de watervallen hieronder.
Bovendien ben je vanaf Vík nog maar 2,5 uur verwijderd van de Glacier Lagoon: wat ons betreft hét hoogtepunt van de vakantie. Dit prachtige gletsjermeer in het oosten van IJsland wil je niet missen.
Seljalandsfoss waterval
Wij maakten er een spontane stop, maar de Seljalandsfoss is een van de bekendste watervallen van IJsland. Hij ligt vlak langs de autoweg richting Vík, dus je rijdt er letterlijk langs.
Deze waterval is maar liefst 65 meter hoog en daardoor erg indrukwekkend. Trek een waterdichte jas aan als je Seljalandsfoss gaat bezoeken, want je kunt er onderdoor lopen! Indrukwekkende foto’s (en vieze schoenen) gegarandeerd.
Het bezoeken van de Seljalandsfoss is gratis, maar voor het parkeren van je auto moet je betalen. Dat kan met contant geld of je creditcard.
Skógafoss waterval
Skógafoss is iets minder hoog (60 meter), maar een stuk breder. Deze waterval ligt precies tussen de Seljalandsfoss waterval en Vík in, ook langs de autoweg.
Je kunt hier helaas niet ‘achter de waterval’ komen, maar er gaat wél een wandelpad omhoog. Je hebt dan een mooi uitzicht en ziet het water met veel geweld naar beneden klotsen.