De wijnstreek Elzas ligt in het oosten van Frankrijk. Het is een relatief klein gebied, dat je in een paar dagen tijd kunt verkennen met de auto. De Elzas (Fransen zeggen Alsace) staat bekend om haar frisse witte wijnen, maar produceert ook steeds meer mousserende wijn. In dit artikel delen we praktische tips voor een heerlijke wijnreis door de Elzas.
De ideale route door de Elzas
De Elzas begint grofweg bij Straatsburg en loopt dan als smalle strook naar beneden. Het wijngebied eindigt ongeveer rond de stad Mulhouse. Tussen die twee redelijk grote steden vind je langgerekte wijnvelden en kneuterige dorpen waar wijn verkocht wordt.
Wij beginnen onze wijnreis in het zuiden van de Elzas. In de plaats Rouffach, om precies te zijn. Daar slapen we één nacht in een chateau, waarna we doorrijden naar het tweede chateau, in de plaats Barr. Onze reis eindigt in Straatsburg, waar we ook één nacht slapen.
In totaal zijn we ongeveer vier dagen in de Elzas. Je kunt je er ongetwijfeld langer vermaken, maar voor ons voelt dit als een goede lengte. De kleine dorpen lijken namelijk sterk op elkaar en na het bezoeken van vier verschillende wijnhuizen, kun je aardig inschatten hoe de vijfde proeverij gaat verlopen.
Kun je met een Tesla naar de Elzas rijden?
Dit wordt onze eerste lange rit met een Tesla Model 3. Dat is best even spannend, want het is ruim 600 kilometer rijden naar het zuiden van de Elzas. Als je geen elektrische auto hebt, kun je de volgende twee alinea’s trouwens met een gerust hart overslaan.
De Model 3 heeft een actieradius van zo’n 500 kilometer, maar op de snelweg zie je de batterij een stuk sneller leeglopen. Helemaal als je het gaspedaal in Duitsland flink intrapt. In theorie hoeven we onderweg maar één keer te superchargen, maar dan wel meteen 50 minuten. Daar hebben we niet zoveel zin in.
Daarom besluiten we twee korte stops te houden. Na twee uur rijden wil je sowieso wel even wat drinken en je benen strekken. Langs de snelweg liggen voldoende Superchargers van Tesla, vaak naast een Mc Donald’s of ander gezellig restaurant. We komen dus zonder moeite aan in de Elzas. Ons eerste hotel heeft bovendien een Destination Charger van Tesla, die we kosteloos mogen gebruiken. Ideaal!
Chateau d’Isenbourg in Rouffach
We rijden Rouffach binnen. Een slaperig dorpje waar we de eerste typische Elzas-huizen zien: pastelkleurig, donkere houten balken tegen de voorgevel en opengeslagen luikjes. Een middeleeuws kasteel prijkt boven alle gebouwen uit. Het is Chateau d’Isenbourg, waar we vannacht gaan slapen.
Zou onze kamer in één van de torens zijn? Met uitzicht op de wijnvelden die het kasteel omringen? Nee, we slapen in een bijgebouw tegenover het chateau. En we hebben uitzicht op de toegangsweg. Een beetje een domper, maar we komen hier vooral voor de wijn.
Niet veel later laten we dus de eerste glazen Crémant d’Alsace aanrukken. Een mousserende witte wijn, gemaakt van druiven die in de Elzas groeien. De bereidingswijze is vergelijkbaar met die van champagne. De Elzasser crémant zou – na champagne – de meest gedronken mousserende wijn in Frankrijk zijn. Een voorzichtig zonnetje en het uitzicht op de wijnranken en Rouffach doen dit glas waarschijnlijk nét iets beter smaken.
Fietsen door de wijngaarden van de Elzas
Het ontbijt van Chateau d’Isenbourg is bijzonder uitgebreid. Met een glas halfzoete Riesling beginnen we de dag. Het terras waar het ontbijt geserveerd wordt, is ook de plek waar we de avond ervoor gedineerd hebben. Klassiek Frans, niet van uitzonderlijke kwaliteit, wel prijzig. Maar de bijpassende wijnen maken een hoop goed.
“Elektrische of gewone fietsen?” vraagt de receptionist als we aangeven dat we een paar wijnhuizen willen bezoeken. Dapper beginnen we aan een fietstocht op mountainbikes. Die mogen we trouwens gratis lenen, maar we begrijpen al snel waarom de meeste gasten liever de elektrische fietsen huren.
De Elzas is namelijk redelijk heuvelachtig. Toch is het de moeite waard om een dag de speciale fietsroute af te leggen – of in elk geval een deel daarvan. Na een minuut of tien komen we bij het eerste wijnhuis aan: Domaine Rieflé, op aanraden van het hotel. Daar maken ze enkel biologische wijnen en helpen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij het plukken.
Als we vragen of het mogelijk is om wat wijnen te proeven, worden er direct flessen en proefglazen tevoorschijn getoverd. Dat kost niets en je hebt er geen afspraak voor nodig. Houd er rekening mee dat de meeste wijnhuizen ‘s middags sluiten en in het weekend wel alleen op afspraak geopend zijn.
Tarte flambée in Eguisheim
We vervolgen onze fietstocht richting Eguisheim. Dat ligt op ongeveer 40 minuten fietsen van Domaine Rieflé en is een stuk toeristischer dan de schilderachtige – maar veelal uitgestorven – dorpen waar we onderweg doorheen komen.
Daar ploffen we neer op een terras en bestellen we een tarte flambée, wat eigenlijk gewoon een flammkuchen is. De dunne bodem van brooddeeg, beleg met crème fraîche, spek en ui is een specialiteit in de Elzas en wordt traditioneel gegeten met (hoe kan het ook anders) een glas wijn.
Wandelen door Eguisheim is alsof je loopt in de Efteling. De schattige huizen, kleine delicatessenwinkels en bijzondere standbeelden geven de plek een sprookjesachtige sfeer. Dat is waarschijnlijk de reden dat het hier zó toeristisch is dat er zelfs zo’n debiel treintje rondrijdt, vol met volwassenen.
Je vindt hier veel wijnhuizen en wij bezoeken Gruss, omdat dat goede recensies krijgt. Klein minpunt: we moeten ineens een euro per wijn betalen. Misschien omdat veel toeristen misbruik maken van de proeverij? De glazen zijn in elk geval groter en gratis als we zes flessen mee naar huis nemen.
Nog even de wijn ophalen…
Het nadeel van onze fietsroute is dat we het hele stuk weer terug moeten. Dat komt doordat de Elzas een smal wijngebied is en de meeste dorpen langs de autoweg liggen. Gelukkig is de terugweg grotendeels bergafwaarts.
We leveren onze fietsen in en stappen in de auto. Voordat we naar ons volgende hotel rijden, moeten we nog even langs de wijnhuizen rijden. Daar liggen namelijk dozen wijn met onze naam erop (letterlijk) te wachten.
Hôtel-Restaurant Les Hortensias
In Barr staat onze tweede slaapplek: Hôtel-Restaurant Les Hortensias. Een statig pand met een heerlijk zwembad. De ideale plek om even af te koelen. Als er daarna ook nog een nét iets te koude Pinot Noir wordt gebracht, is de dag compleet.
De hotelkamers zijn helaas iets minder compleet en nogal gehorig. Gelukkig heeft de fietstocht, al het eten en de wijn ons uitgeput. We vallen als een blok in slaap.
Wijnkelders in Mittelbergheim
Niet ver van ons hotel ligt het dorp Mittelbergheim, waar een hoop wijnmakers wonen. We lezen lovende recensies over Albert Seltz, maar komen erachter dat hij op zaterdag alleen op afspraak gasten ontvangt.
Daarom belanden we bij Domaine Armand Gilg. Daar kun je zelf rondsnuffelen in de kelders van het wijnhuis. Dat getuigt van veel vertrouwen in de mensheid, want we zouden zo een proefglaasje wijn kunnen tappen uit een van de eikenhouten of stalen vaten.
Als we na ons bezoek aan de wijnkelders het proeflokaal binnenlopen, komt een vriendelijke Fransman direct met twee wijnglazen aanzetten. Ook hier kunnen we kosteloos een indrukwekkend aantal verschillende crémants, Rieslings, Gewurztraminers, Sylvaners, Muscats en Pinot Noirs proeven.
De grote hoeveelheid monocépages is trouwens typerend voor de Elzas. Wijnen bestaan hier meestal uit één enkele druif, wat je in de rest van Frankrijk maar weinig ziet.
Hannong Hotel & Wine Bar in Straatsburg
Straatsburg is een bruisende stad in het noorden van de Elzas. En de eindbestemming van onze wijnreis. We checken in bij Hannong Hotel & Wine Bar, dat midden in het oude centrum ligt.
De Model 3 parkeren we in parkeergarage Kléber, waar zo’n beetje de enige twee laadpalen van het hele centrum staan. We kunnen de volgende dag dan met een volle accu aan de terugreis beginnen. Via het hotel betalen we 18 euro om 24 uur in deze garage te staan. Zonder het hotel had ons dat ruim het dubbele gekost.
Het centrum van Straatsburg is vrij compact. Je kunt de stad dus prima te voet verkennen. Al besluiten wij al vrij snel dat een rondvaartboot misschien een beter plan is. Die vaart ons dwars door het historisch centrum, langs imposante bouwwerken en zelfs naar het Europees parlement.
De architectuur in Straatsburg is bijzonder. Door oorlogen en annexaties is de stad zowel in handen van de Duitsers als de Fransen geweest. Dat zie je terug in verschillende bouwstijlen. En merk je in de communicatie met locals. Die kun je namelijk is het Frans, Duits of Elzassisch aanspreken. (Al hebben we dat laatste maar niet geprobeerd.)
Het is de moeite waard om een speciale stadspas te overwegen. Je kunt daarmee op een rondvaartboot én negen andere bezienswaardigheden in de stad bezoeken. Waaronder de imposante Kathedraal Notre-Dame, waarop je een panoramisch uitzicht over Straatsburg hebt.